bestuurskracht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stuurs·kracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestuurskracht bestuurskrachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bestuurskrachtv / m

  1. de mate waarin een bestuur in staat is om genomen beslissingen door te voeren
     Bussemaker erkent dat de medezeggenschapscultuur op veel plekken beter kan. Maar volgens haar doet het kabinet daar al van alles aan. Ze wijst op de nieuwe Wet Versterking Bestuurskracht, die voor de medezeggenschap meer invloed en meer mogelijkheden biedt. De wet, die deze week door de Eerste Kamer kwam, treedt volgend jaar in werking. "We moeten eerst maar eens zien wat dat teweegbrengt", aldus Bussemaker.[1]
     Volgens Pechtold ligt de oplossing in de vorming van grotere gemeenten. "Meer bestuurskracht. Meer democratie", voegde hij daaraan toe.[2]
     De kracht om dingen te veranderen is niet in het bestuur zelf gevonden, volgens de woordvoerder. Het inhuren van externen om de bestuurskracht te vergoten, was geen optie vanwege de kleinschaligheid van de organisatie. "Het bestuur heeft vanuit zijn eigen overtuiging een aantal evangelische scholen opgezet. De conclusie is dat het meer met zich meebracht, dan het bestuur had verwacht", zegt de woordvoerder.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “SP wil plan voor universiteitsbesturen” (Vrijdag 10 juni 2016, 14:30), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Pechtold valt PvdA Amsterdam aan” (Zaterdag 8 februari 2014, 17:33), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Evangelische Scholen dicht” (Donderdag 6 maart 2014, 13:13), NOS