directie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·rec·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Franse direction
- Naamwoord van handeling van dirigeren met het achtervoegsel -tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | directie | directies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
directie v
- (bedrijfskunde) de leiding van een bedrijf, de directeur en de topmanagers
- Volgens de directie en de bewindvoerder is de uitgangspositie van de financiële en commerciële situatie „bemoedigend”.[1]
- bestuur
- FC Twente heeft op dit moment een schuldenlast van zo’n 80 miljoen euro, waarvan 50 miljoen langlopend. De directie denkt dat de inkomsten met 20 miljoen euro dalen in de eerste divisie.[2]
- ▸ Ze waren tegen een muur van bureaucratie opgelopen waarvan deze arts slechts een voorpost was. Verdere pogingen bij de directie van het ziekenhuis zouden eveneens zinloos zijn, wisten ze.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. de leiding van een bedrijf, de directeur en of de topmanagers
Gangbaarheid
- Het woord directie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "directie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ NRC 14 juni 2016
- ↑ NRC Sterre van der Hee 11 juni 2016
- ↑ “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be