bestuursvoorzitter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stuurs·voor·zit·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestuursvoorzitter bestuursvoorzitters
verkleinwoord bestuursvoorzittertje bestuursvoorzittertjes

Zelfstandig naamwoord

de bestuursvoorzitterm

  1. (beroep) de eindverantwoordelijke binnen het bestuur van een bedrijf.
    • In 1965 verdiende een bestuursvoorzitter gemiddeld 20 keer het salaris van een gemiddelde werknemer, in 1990 was dat bijna 60 keer en in 2014 is dit gestegen tot 295 keer [1] 
    • Bonus Nederlandse bestuursvoorzitters stijgt [2] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen