ziekenhuisbestuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·huis·be·stuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekenhuis en bestuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenhuisbestuur | ziekenhuisbesturen |
verkleinwoord | ziekenhuisbestuurtje | ziekenhuisbestuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
het ziekenhuisbestuur o
- het bestuur van een ziekenhuis.
- Het ziekenhuisbestuur moest het ziekenhuisbeleid uitvoeren.
Gangbaarheid
- Het woord ziekenhuisbestuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.