universiteitsbestuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uni·ver·si·teits·be·stuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van universiteit zn en bestuur zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | universiteitsbestuur | universiteitsbesturen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het universiteitsbestuur o
- (onderwijs) de leiding van een universiteit
- ▸ In de brief roept het universiteitsbestuur politiek Den Haag op om de regeldruk terug te dringen. De universiteit wil meer autonomie. Ook zou de overheid de instellingen geld moeten geven op basis van kwaliteit en minder op basis van rendement.[1]
- ▸ Het is niet duidelijk hoe de studenten en docenten reageren op de toezeggingen van het universiteitsbestuur.[2]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord universiteitsbestuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Amsterdams universiteitsbestuur wil democratiseren” (Dinsdag 10 maart 2015, 12:19), NOS
- ↑ Weblink bron “Toezeggingen van universiteitsbestuur aan docenten en studenten” (Dinsdag 10 maart 2015, 12:19), NOS