universiteitsbestuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uni·ver·si·teits·be·stuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord universiteitsbestuur universiteitsbesturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het universiteitsbestuuro

  1. (onderwijs) de leiding van een universiteit
     In de brief roept het universiteitsbestuur politiek Den Haag op om de regeldruk terug te dringen. De universiteit wil meer autonomie. Ook zou de overheid de instellingen geld moeten geven op basis van kwaliteit en minder op basis van rendement.[1]
     Het is niet duidelijk hoe de studenten en docenten reageren op de toezeggingen van het universiteitsbestuur.[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Amsterdams universiteitsbestuur wil democratiseren” (Dinsdag 10 maart 2015, 12:19), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Toezeggingen van universiteitsbestuur aan docenten en studenten” (Dinsdag 10 maart 2015, 12:19), NOS