zwembadbestuur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zwembadbestuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwem·bad·be·stuur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zwembad zn  en  bestuur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwembadbestuur	zwembadbesturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwembadbestuur o

1. groep mensen die leiding geeft aan een organisatie die een zwembad beheert

   ▸ Het zeventien jaar oude Aquadrome, en dan met name het recreatieve bad, heeft een opknapbeurt nodig. De bouw van het buitenbad bij het zwemcomplex aan de Van Deinselaan, wordt door het zwembadbestuur gezien als het beste moment om het Aquadrome een facelift te geven.

   ▸ De zwemmers die onlangs een petitie aanboden aan het zwembadbestuur kunnen in de vakantie toch vroeg blijven zwemmen. Eerder zou het bad alle vakantieweken vanaf 08.30 uur open zijn. De vroege badgasten klaagden vervolgens nauwelijks nog tijd te hebben om 's morgens te kunnen zwemmen, bijvoorbeeld voordat ze naar hun werk gaan.

   ▸ Het Bosbad in Vledder gaat om half drie vanmiddag weer open. Het zwembadbestuur is blij. ,,Dit zijn voor ons topdagen waarop we zo'n 500 tot 1.000 bezoekers ontvangen", zegt voorzitter Arjan Mol tegen RTV Drenthe.

Gangbaarheid

• Het woord zwembadbestuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.