bondsbestuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bonds·be·stuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bondsbestuur bondsbesturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bondsbestuuro

  1. leiding van een (sport)bond
     In de huidige organisatiestructuur van de KNLTB moet de technisch directeur verantwoording afleggen aan algemeen directeur Poel en het bondsbestuur. Daarom ziet Hugo Ekker, oud-coach van Arantxa Rus, Raemon Sluiter en Igor Sijsling en voormalig technisch directeur van tennisschool Amstelpark, het somber in.[1]
     De afgevaardigden stemden in met het principebesluit dat het bondsbestuur in april heeft genomen. Met het besluit komt een einde aan een intensief traject dat ruim anderhalf jaar heeft geduurd.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron
    Daan Floor
    “Welke technisch directeur trekt het Nederlands tennis uit het moeras?” (Maandag 8 mei 2017, 06:27), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron “Judotrainingen naar één locatie” (Zaterdag 30 mei 2015, 12:55), NOS