aankomen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aankomen |
kwam aan |
aangekomen |
klasse 4
onregelmatig |
volledig |
Werkwoord
aankomen
- ergatief een bestemming bereiken
- U bent aangekomen in Overveen.
- ▸ Want stel je voor dat Sint hier in een ouwe, grauwe paardedeken was aangekomen. Hadden jullie hem dan herkend?[2]
- een kort bezoek brengen*
- Zullen we even aankomen als we toch in Zwolle zijn.
- treffen
- Het ongeval was harder aangekomen dan we aanvankelijk dachten.
- ergatief zwaarder worden
- Hij is de laatste paar maanden aardig aangekomen.
- dichterbij komen
- Zij hoorde de elektrische auto niet aankomen.
- aanraken
- Hoewel zijn ouders het hem verboden hadden, kwam de kleuter aan de knopjes in de lift.
- Nergens aankomen!
Vaste voorzetsels
- aankomen aan: krijgen
- aankomen op: berusten op
- erop aankomen: beslissend zijn, van belang zijn
- aankomen met: met iets komen aandragen
Synoniemen
Opmerkingen
- De betekenis 2 "een kort bezoek brengen" is vooral gangbaar in Nederland.
- "Toekomen" als synoniem voor de betekenis 1. "een bestemming bereiken" is vooral gangbaar in België.[3][4]
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- er zit een mooie tijd aan te komen
vol hoop zijn dat er goede tijden komen
- iemand zien aankomen
iemand geen kans gunnen
- ergens aankomen
met je handen iets aanraken
- het ergens op aan laten komen
riskeren, de gok wagen
- kunnen zien aankomen
voorspellen
- niet kunnen aankomen met
niet als excuus kunnen gebruiken dat
Vertalingen
1. een bestemming bereiken
4. zwaarder worden
er zit een mooie tijd aan te komen
|
ergens hard aankomen
|
Gangbaarheid
- Het woord aankomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aankomen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Marijke van Raephorst
“Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat
, p. 13
- ↑ Toekomen / aankomen op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2018-02-24
- ↑ toekomen op website VRT Taalnet: taal.vrt.be; geraadpleegd 2018-02-24
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands
- Onregelmatig werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %