gagner
Uiterlijk
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gagner |
gagnais |
gagné |
eerste groep | volledig |
gagner
- gag·ner
Naar frequentie | 22728 |
---|
gagner
- tegenwoordige tijd van gagne
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gagner |
gagnais |
gagné |
eerste groep | volledig |
gagner
Naar frequentie | 22728 |
---|
gagner