aai
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aai
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aai | aaien |
verkleinwoord | aaitje | aaitjes |
Zelfstandig naamwoord
- streling, liefkozing waarbij je met je hand over de huid van een ander strijkt
- Haar moeder gaf haar een aai over haar hoofd
- Maar de ouderwetse aai, de letterlijke schouderklop of de borstkroel vinden alle honden véél belangrijker. Ze zijn ouderwets. [2]
- (informeel) (spottend) (verouderd) pijnlijke slag
Synoniemen
- [2] baffer, dreun, hengst, houw, klap, knal, lel, mep, opdoffer, opdonder, opduvel, oplawaai, oplazer, opsodemieter, opstopper, optater, peut, poeier, ram, slag, stomp, watjekouw
Verwante begrippen
Vertalingen
1. streling, liefkozing
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aaien |
aai
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaien
- Ik aai.
- gebiedende wijs van aaien
- Aai!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaien
- Aai je?
Gangbaarheid
- Het woord aai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aai" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Frans van der Helm 14 september 2016
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
aai |
geaai |
volledig |
Werkwoord
aai
Tussenwerpsel
aai!
Fries
Zelfstandig naamwoord
aai
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Spottend in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %
- Woorden in het Afrikaans
- Niet-samengesteld werkwoord in het Afrikaans
- Werkwoord in het Afrikaans
- Tussenwerpsel in het Afrikaans
- Woorden in het Fries
- Zelfstandig naamwoord in het Fries