spits: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvull. vertal. spits (verkeer): +fr, +pt; spits (voetbal): +da, +en, +fr, +it, +pt, +sv; spits (honderas): +en, +fr, +de; spits (punt): +de, +fr, +pt; spits (bijvoegl.): +fr |
Aanv. |
||
Regel 6: | Regel 6: | ||
*spits |
*spits |
||
{{-etym-}} |
{{-etym-}} |
||
* |
* Van het Duitse ''[[Spitze]]'', in de betekenis van ‘puntig’ voor het eerst aangetroffen in 1542 {{sijs}} |
||
*afgeleid van [[spit]] {{suff|nld|-s}} {{ebank|spits1}} |
*afgeleid van [[spit]] {{suff|nld|-s}} {{ebank|spits1}} |
||
{{-nlnoun-|{{pn}}|[[{{pn}}en]]|[[{{pn}}je]]|[[{{pn}}jes]]}} |
{{-nlnoun-|{{pn}}|[[{{pn}}en]]|[[{{pn}}je]]|[[{{pn}}jes]]}} |
||
{{-noun-|nld}} |
{{-noun-|nld}} |
||
'''{{pn}}''' {{f}}/{{m}} |
'''{{pn}}''' {{f}}/{{m}}/{{n}} (in bet. 4) |
||
#{{verkeer|nld}} drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen |
#{{verkeer|nld}} drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen |
||
{{bijv-1|Hij ging in de '''{{pn}}''' naar zijn werk.}} |
{{bijv-1|Hij ging in de '''{{pn}}''' naar zijn werk.}} |
||
Regel 17: | Regel 17: | ||
#kleine, oorspronkelijke soort honden |
#kleine, oorspronkelijke soort honden |
||
#{{scheepvaart|nld}} klein vrachtschip, binnenschip (ook in gebruik als woonboot) |
#{{scheepvaart|nld}} klein vrachtschip, binnenschip (ook in gebruik als woonboot) |
||
#scherp, puntig uiteinde, [[punt]], [[tip]], [[top]] |
#{{bouwkunde|nld}} scherp, puntig uiteinde, [[punt]], [[tip#Zelfstandig naamwoord|tip]] [1], [[topZelfstandig naamwoord|top]] [1] |
||
{{bijv-1|De '''spits''' van de kerktoren.}} |
|||
{{-hypo-}} |
{{-hypo-}} |
||
{{rel-top}} |
{{rel-top}} |
||
Regel 84: | Regel 85: | ||
{{rel-bottom}} |
{{rel-bottom}} |
||
{{-rel-}} |
{{-rel-}} |
||
*[[hoogtepunt]] |
*[[hoogtepunt]] |
||
*[3] [[keeshond]] |
*[3] [[keeshond]] |
||
*[5] [[neus]], [[piek]], [[uiterste]] |
*[5] [[neus]], [[piek]], [[uiterste]] |
||
{{-expr-}} |
|||
{{rel-top}} |
|||
{{((}} |
|||
{{expr|De/Het '''{{pn}}''' afbijten|Als eerste met iets beginnen}} |
|||
{{expr|Op de '''spits''' drijven|Iets tot het uiterste doordrijven of laten escaleren}} |
|||
{{))}} |
|||
{{rel-bottom}} |
|||
{{-trans-}} |
{{-trans-}} |
||
{{trans-top|drukte in het verkeer }} |
{{trans-top|drukte in het verkeer }} |
Versie van 23 jul 2021 17:43
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spits
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Duitse Spitze, in de betekenis van ‘puntig’ voor het eerst aangetroffen in 1542 [1]
- afgeleid van spit met het achtervoegsel -s [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spits | spitsen |
verkleinwoord | spitsje | spitsjes |
Zelfstandig naamwoord
- (verkeer) drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen
- Hij ging in de spits naar zijn werk.
- (sport) een voetballer die voor in het veld staat
- Van de aanvallers is de spits meestal diegene die de meeste doelpunten maakt.
- kleine, oorspronkelijke soort honden
- (scheepvaart) klein vrachtschip, binnenschip (ook in gebruik als woonboot)
- (bouwkunde) scherp, puntig uiteinde, punt, tip [1], top [1]
- De spits van de kerktoren.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- hoogtepunt
- [3] keeshond
- [5] neus, piek, uiterste
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
drukte in het verkeer
voetballer die voor in het veld staat
soort honden
klein vrachtschip (ook als woonboot)
scherpe punt
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | spits | spitser | spitst |
verbogen | spitse | spitsere | spitste |
partitief | spits | spitsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
spits
- in een punt uitkomend
- Hij kreeg de spitse pijl in zijn been.
- scherpzinnig.
- Ze gaf hem weer zo'n spits antwoord.
Verwante begrippen
Vertalingen
in een punt uitkomend
scherpzinnig
Werkwoord
vervoeging van |
---|
spitsen |
spits
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spitsen
- Ik spits.
- gebiedende wijs van spitsen
- Spits!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spitsen
- Spits je?
Gangbaarheid
- Het woord spits staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spits" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "spits" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ spits op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -s in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %