Naar inhoud springen

commandeur

Uit WikiWoordenboek
  • com·man·deur
enkelvoud meervoud
naamwoord commandeur commandeurs
verkleinwoord

decommandeurm

  1. (militair) iemand die het bevel voert, gewoonlijk over strijdkrachten
  2. (militair) officiersrang bij de zeemacht, tussen die van kapitein en schout-bij-nacht in en commodore bij de landmacht, respectievelijk luchtmacht
  3. iemand met een ridderorde, in rang boven officier en onder grootkruis
97 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[4]