grootkruis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groot·kruis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grootkruis grootkruisen
grootkruizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het grootkruiso

  1. zeer hoge of hoogste rang in een groot aantal ridderorden
     In weerwil van de woorden van Bilibin werd het door hem gebrachte nieuws met vreugde ontvangen. Er werd een dankdienst vastgesteld. Aan Koetoezov werd het grootkruis van de Maria-Theresia-Orde verleend, en het hele leger werd met onderscheidingen beloond.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen