kanselarij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kan·se·la·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kanselarij kanselarijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kanselarijv

  1. (geschiedenis) bureau waar de oorkondes en andere documenten van een bepaalde vorst of andere bestuurlijke instelling werden opgesteld, bezegeld en uitgevaardigd, griffie
  2. kantoor van een gezantschap of consulaat
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen