bocht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bocht
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord bocht bochten
verkleinwoord bochtje bochtjes

Zelfstandig naamwoord

[A] bocht v / m

  1. (verkeer) van richting veranderende, gebogen weg of pad, kromming
    • Hij ging veel te snel door de bocht. 
     Zijn er dan toch grenzen aan het sadisme? Wie het haalt tot de laatste bocht naar links, weet het antwoord.[6]
     In mijn fantasie zat er achter elke boom een beer, klaar om mij te verslinden. Dagen achter elkaar was er niemand te bekennen, waardoor ik me nog kwetsbaarder voelde, en ik begon bij elke bocht hard te zingen om eventuele beren te waarschuwen dat ik eraan kwam.[7]
  2. brede baai aan de kustlijn
    • De Australische Bocht. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • je in allerlei bochten wringen
op een erg ingewikkelde, moeilijke manier je doel bereiken
•  Er zou geen discussie volgen waarin zij zich in allerlei bochten moest wringen om tot een geloofwaardig verhaal te komen. 'Yes,' fluisterde ze. [8] 
  • te kort door de bocht gaan
veel te snel en makkelijk tot een conclusie komen (die dan ook fout is)
Vertalingen
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord bocht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[B] bocht o

  1. geen meervoud (drinken), (informeel), (m.n. alcoholische) drank of andere substantie van slechte kwaliteit
    • Dat brouwsel is echt bocht. 
     Neen 'k drink, al werd het mij gegeven,
    Geen droppel meer van 't geestrijk vocht;
    De sterke drank verkort het leven,
    En is toch wel bezien maar bocht.
    [9]
     Als de huiswijn bocht is, vraag dan om een betere.[10]
     Ze werd onderbroken door het kokhalzende gesmak van Ilja. 'Godallemachtig, wat is dit voor bocht?'[11]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[12]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. bocht op website: Etymologiebank.nl
  3. "bocht" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  5. bocht op website: Etymologiebank.nl
  6. Bronlink Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  7. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  8. Suzanne Vermeer: All-inclusive 2008
  9. Bronlink Weblink bron “Honderd en één uitgezochte Gezelschaps-Liederen voor den beschaafden stand” (1860), p. 116
  10. Bronlink Weblink bron
    Marcy Blum
    “Trouwen voor Dummies” (2005), Pearson Education, ISBN 9789043010894, p. 142
  11. Bronlink Weblink bron “De overtreder” (2009), Singel Uitgeverijen, ISBN 9789021436098, p. 72
  12. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Iers

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

bocht

  1. arm
Verbuiging