minne

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • min·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord minne
verkleinwoord minnetje minnetjes

Zelfstandig naamwoord

minne v / m

  1. liefde, genegenheid
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

minne

  1. datief vrouwelijk  van min, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
enkelvoud meervoud
naamwoord minne minnen
verkleinwoord minnetje minnetjes

Zelfstandig naamwoord

de minnev

  1. vrouw die het kind van een andere vrouw borstvoeding geeft
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

minne

  1. verbogen vorm van de stellende trap van min

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be