trimester
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tri·mes·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘periode van drie maanden’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Afkomstig van het Latijnse trimestris, wat weer een samenstelling is met het voorvoegsel tri- (drie) en mestris (maand).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trimester | trimesters |
verkleinwoord | trimestertje | trimestertjes |
Zelfstandig naamwoord
trimester o
- (tijdrekening), (eenheid) een periode van drie maanden
- Het was een druk trimester voor de leerlingen met alle examens en toetsen.
Verwante begrippen
eenheden van tijd in het Nederlands (nld) |
---|
yoctoseconde • zeptoseconde • attoseconde • femtoseconde • picoseconde • nanoseconde • microseconde • milliseconde • centiseconde • deciseconde • seconde • decaseconde • hectoseconde • kiloseconde • megaseconde • gigaseconde • teraseconde • petaseconde • exaseconde • zettaseconde • yottaseconde |
seconde • minuut • kwartier • uur • dag / etmaal / nychthemeron • week • decade • maand / maanmaand • kwartaal / trimester / jaargetijde / seizoen • tertaal • semester • jaar / annum • lustrum • decennium • generatie • eeuw / hectoannum • millennium / kiloannum • mega-annum • giga-annum |
Vertalingen
1. een periode van drie maanden
Gangbaarheid
- Het woord trimester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "trimester" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel tri- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Tijdrekening in het Nederlands
- Eenheid in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %