annum
Uiterlijk
- an·num
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | annum | |
verkleinwoord |
het annum o
- (tijdrekening), (eenheid), (geologie), (astronomie) een tijdseenheid voor jaar, de tijdspanne die de Aarde nodig heeft om eenmaal haar baan om de Zon te voltooien, weergegeven met symbool a.
eenheden van tijd in het Nederlands (nld) |
---|
yoctoseconde • zeptoseconde • attoseconde • femtoseconde • picoseconde • nanoseconde • microseconde • milliseconde • centiseconde • deciseconde • seconde • decaseconde • hectoseconde • kiloseconde • megaseconde • gigaseconde • teraseconde • petaseconde • exaseconde • zettaseconde • yottaseconde |
seconde • minuut • kwartier • uur • dag / etmaal / nychthemeron • week • decade • maand / maanmaand • kwartaal / trimester / jaargetijde / seizoen • tertaal • semester • jaar / annum • lustrum • decennium • generatie • eeuw / hectoannum • millennium / kiloannum • mega-annum • giga-annum |
- Het woord 'annum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.