tam
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tam
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘niet wild’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tam | tammer | tamst |
verbogen | tamme | tammere | tamste |
partitief | tams | tammers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tam
- (dierkunde) gewend aan omgang met mensen
- Zij hadden een tamme kraai.
- (figuurlijk) saai, slaapverwekkend
Antoniemen
- [1] wild
- [2] enerverend , boeiend, interessant
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen
2. (figuurlijk) saai, slaapverwekkend
Gangbaarheid
- Het woord tam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tam" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Angelsaksisch
Uitspraak
- IPA: /tɑm/
Woordafbreking
- tam
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *tamaz
Bijvoeglijk naamwoord
tam
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Kabylisch
Telwoord (kab) | ||||
---|---|---|---|---|
0 | ||||
1 | 11 | 10 | ||
2 | 12 | |||
3 | 13 | |||
4 | 14 | |||
5 | 15 | |||
6 | 16 | |||
7 | 17 | |||
8 | 18 | 80 | ||
9 | 19 | |||
Hoofdtelwoord
tam
Lets
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
naamval | m | v | m | v |
nominatief | tas | tā | tie | tās |
genitief | tā | tās | to | to |
datief | tam | tai | tiem | tām |
accusatief | to | to | tos | tās |
instrumentalis | ar to | ar to | ar tiem | ar tām |
locatief | tajā; tai; tanī | tajā; tai; tanī | tajos; tais; tanīs | tajās; tais; tanīs |
Aanwijzend voornaamwoord
tam
Bijwoord
tam
- zo ...
Middelengels
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
tam [A]
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Persoonlijk voornaamwoord
tam [B]
- hun; 3e persoon meervoud accusatief
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Nedersorbisch
Uitspraak
- IPA: /tam/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tamo
Voornaamwoordelijk bijwoord
tam
- daar; op een bepaalde plek
Oppersorbisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tamo
Voornaamwoordelijk bijwoord
tam
- daar; op een bepaalde plek
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- tu a tam, tam a sem
Pools
Uitspraak
Woordafbreking
- tam
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tamo
Voornaamwoordelijk bijwoord
tam
- daar; op een bepaalde plek
- «Ubikacje znajdują się tam.»
- De toiletten bevinden zich daar.
- «Ubikacje znajdują się tam.»
- daar, daarheen; daar naar toe
- «Możesz to tam położyć?»
- Kun je dat 'daar neerleggen?
- «Możesz to tam położyć?»
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Partikel
tam
- (spreektaal) zo
- «Ja tam nie wiem.»
- Ik weet het niet.
- «Ja tam nie wiem.»
Zelfstandig naamwoord
tam
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /tam/
Woordafbreking
- tam
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tamo
Voornaamwoordelijk bijwoord
tam
Synoniemen
- –
- ta
Antoniemen
Anagrammen
Tsjechisch
Uitspraak
Woordafbreking
- tam
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tamo
Voornaamwoordelijk bijwoord
tam
- daar; op een bepaalde plek
- «Seděl tam sám.»
- Hij zat daar alleen.
- «Seděl tam sám.»
- daar, daarheen; daar naar toe
- «Nešel jsem tam sám.»
- Ik ging daar niet alleen naar toe.
- «Nešel jsem tam sám.»
Schrijfwijzen
- Oude schrijfwijze: tamo
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- sem a tam – heen en weer
- sem tam
- tam a zpět – daarheen en terug
Verwante begrippen
Anagrammen
Uitdrukkingen en gezegden
Spreekwoorden
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %
- Woorden in het Angelsaksisch
- Woorden in het Angelsaksisch met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Angelsaksisch
- Dierkunde in het Middelengels
- Woorden in het Kabylisch
- Hoofdtelwoord in het Kabylisch
- Woorden in het Lets
- Aanwijzend voornaamwoord in het Lets
- Bijwoord in het Lets
- Woorden in het Middelengels
- Bijvoeglijk naamwoord in het Middelengels
- Persoonlijk voornaamwoord in het Middelengels
- Woorden in het Nedersorbisch
- Woorden in het Nedersorbisch met IPA-weergave
- Voornaamwoordelijk bijwoord in het Nedersorbisch
- Woorden in het Oppersorbisch
- Voornaamwoordelijk bijwoord in het Oppersorbisch
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Woorden in het Pools met audioweergave
- Voornaamwoordelijk bijwoord in het Pools
- Partikel in het Pools
- Spreektaal in het Tsjechisch
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Pools
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Slowaaks met IPA-weergave
- Voornaamwoordelijk bijwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Voornaamwoordelijk bijwoord in het Tsjechisch