celý
Uiterlijk
- IPA: /tsɛliː/
celý
- ce·lý
- Afgeleid van het Proto-Slavische *cělъ.
celý
- compleet, geheel, heel, volledig; zodoende, dat er niets mist.
- heel; een grote maat uitdrukkend.
- (spreektaal) typisch, precies, helemaal
stellend | celý |
---|---|
vergrotend | celejší |
overtreffend | nejcelejší |
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
Categorieën:
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Slowaaks met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch
- Spreektaal in het Tsjechisch
- Hard bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch