Deens

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

ISO 639-3
dan
bestand
Uitspraak
Woordafbreking
  • Deens
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Deen met het achtervoegsel -s
enkelvoud meervoud
naamwoord Deens -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

Deens o

  1. (taal) een Germaanse taal die wordt gesproken in Denemarken
Verwante begrippen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Deens Deenser Deenst
verbogen Deense Deensere Deenste
partitief Deens Deensers -

Bijvoeglijk naamwoord

Deens

  1. (demoniem) betreffende Denemarken of het Deens
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie


Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

Deens

  1. (taal) Deens; een Germaanse taal die wordt gesproken in Denemarken

Meer informatie


Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /diə̯ns/ of /dĩə̯̃s/

Zelfstandig naamwoord

Deens

  1. (taal) Deens

Bijvoeglijk naamwoord

Deens

  1. (demoniem) Deens


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

Deens

  1. (taal) Deens; een Germaanse taal die wordt gesproken in Denemarken
Schrijfwijzen

Meer informatie

Meer informatie


Twents

Zelfstandig naamwoord

Deens

  1. (taal) Deens; een Germaanse taal die wordt gesproken in Denemarken


Veluws

Zelfstandig naamwoord

Deens

  1. (taal) Deens; een Germaanse taal die wordt gesproken in Denemarken