Naar inhoud springen

vest

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: vést
[1]: Een man in een vest
  • vest
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kledingstuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1685 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vest vesten
verkleinwoord vestje vestjes

[A] vest o

  1. (kleding) een mouwloos jasje, te dragen onder de jas van het kostuum
  2. (kleding) kort (gebreid) jasje met mouwen
  • [1]: een kogelvrij vest

[B] vest v/m

  1. stadsgracht
  2. vestingmuur, stadswal
vervoeging van
vesten

vest

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van vesten
  2. gebiedende wijs van vesten
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]


  • vest
  • Zelfstandig naamwoord [A]: afkomstig van het Oudnoorse woord vestr
  • Zelfstandig naamwoord [B] en bijwoord: afkomstig van het Latijnse woord vestis

vest

  1. westelijk

øst

  • Det gikk rett vest.
Het is volledig mislukt.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vest     vesten     vester     vestene  
genitief   vests     vestens     vesters     vestenes  

[A] vest, m

  1. (kleding) vest
    «Politiet hadde på seg skuddsikre vester
    De politie droeg kogelvrije vesten.
  • ha flere drammer under vesten
verschillende glaasjes schnaps gedronken hebben
[B] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vest                    

[B] vest, o

  1. (windstreek) westen
    «Sola går ned i vest
    De zon gaat onder in het westen.
  2. (politiek) het westelijk halfrond (West-Europa en VS)
  3. de positie van een speler bij bridge
  • [2]: konflikt mellom øst og vest
een conflict tussen het oosten en westen


  • vest
  • Zelfstandig naamwoord [A]: afkomstig van het Oudnoorse woord vestr
  • Zelfstandig naamwoord [B] en bijwoord: afkomstig van het Latijnse woord vestis

vest

  1. westelijk
  • Det gjekk rett vest.
Het is volledig mislukt.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vest     vesten     vestar     vestane  

[A] vest, m

  1. (kleding) vest
    «Politiet hadde på seg skuddsikre vester
    De politie droeg kogelvrije vesten.
  • ha fleire drammar under vesten
verschillende glaasjes schnaps gedronken hebben
[B] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vest                    

[B] vest, o

  1. (windstreek) westen
    «Sola går ned i vest
    De zon gaat onder in het westen.
  2. (politiek) het westelijk halfrond (West-Europa en VS)
  3. de positie van een speler bij bridge
  • [2]: konflikt mellom aust og vest
een conflict tussen het oosten en westen