handvest
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·vest
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stuk met rechtsbeginselen’ voor het eerst aangetroffen in 1528 [1]
- samenstelling van hand en vest
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handvest | handvesten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het handvest o
- (juridisch), (politiek) een document of oorkonde waarin de grondrechten van een organisatie vastgelegd worden
- Dat staat uitdrukkelijk in het handvest vermeld.
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord handvest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "handvest" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %