redelijk
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | redelijk | redelijker | redelijkst |
verbogen | redelijke | redelijkere | redelijkste |
partitief | redelijks | redelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
redelijk
- wat op nuchtere wijze te beredeneren is
- Als je boos wordt, kun je geen redelijk oordeel vellen.
- de eigenschap bezittend nuchter te redeneren
- Hij is altijd een redelijk man geweest.
- tamelijk
- Hij kan zich redelijk goed verstaanbaar maken.
- ▸ Hierdoor moest ik bij de steile stukken voorop, maar ik voelde mij redelijk veilig met mijn spikes en met mijn bijl in de hand.[2]
- van een prijs dat deze niet te hoog is
- ▸ In 1989 nam Henriroux de zaak over. 'We zijn trots op onze geschiedenis, maar proberen altijd vooruit te denken', zegt hij. Henriroux opende een hotel en een tweede restaurant waar je goed kunt eten tegen redelijke prijzen.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. wat op nuchtere wijze te beredeneren is
Bijwoord
redelijk
- in aanzienlijke mate
- Het is al redelijk warm geworden.
Gangbaarheid
- Het woord redelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "redelijk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ redelijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron
Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be