leveren

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ve·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
leveren
leverde
geleverd
zwak -d volledig

Werkwoord

leveren

  1. overgankelijk iemand iets ~: voor de aanvoer van iets zorg dragen
    • Zij leveren veel graan aan China. 
    • We hebben een verkeerde lading geleverd gekregen. 
  2. geven
     "We zijn aangeslagen maar dankbaar voor de belangrijke bijdrage die hij heeft geleverd aan de ontwikkeling van het kunsthart", aldus UMC Utrecht.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen