flikken
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flik·ken
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘handig klaarspelen, leveren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1850 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
flikken |
flikte |
geflikt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
flikken
- (informeel) handig klaarspelen
- (pejoratief) lappen, leveren
Synoniemen
- boeten (van visnetten) , lappen, oplappen, stoppen, verstellen
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
flikken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord flik
Gangbaarheid
- Het woord flikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "flikken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Zelfstandig-naamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %