lachen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- la·chen
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands lachen [1], in de betekenis van ‘met het gezicht vrolijkheid uitdrukken’ aangetroffen vanaf 1220 [1] [2]
Verder etymologie onzeker; mogelijk te herleiden tot een Protogermaanse wortel *hlahjan-. Het zou oorspronkelijk een onomatopee kunnen zijn, cognaat met Duits lachen en Engels laugh ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lachen |
lachte |
gelachen |
zwak -t
|
volledig |
Werkwoord
lachen
- zichtbaar en/of hoorbaar blij zijn met iets of iets grappig vinden
- inergatief (dierengeluid) het geluid van een hyena voortbrengen
Vaste voorzetsels
- lachen met
- lachen om
Synoniemen
- dubbel liggen
Hyponiemen
- aanlachen, aflachen, doodlachen, grijnslachen, grimlachen, groen lachen, medelachen, tegenlachen, toelachen, uitlachen, weglachen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- De lachende derde
Iemand die buiten een conflict tussen anderen staat en op een bepaalde manier van dat conflict profiteert
- Lachen als een boer met kiespijn
Ongemeend lachen, terwijl men daar eigenlijk helemaal geen reden voor heeft maar door de situatie min of meer is gedwongen
- Zich kapot lachen
Heel hard lachen
- Zich een breuk/bult/deuk/ongeluk lachen
Heel hard lachen
Spreekwoorden
Vertalingen
1. zichtbaar en/of hoorbaar blij zijn met iets of iets grappig vinden
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als meervoudsvorm.
Zelfstandig naamwoord
lachen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord lach
- ▸ Ze is niet de enige in de rij die zich bij al dat wapenvertoon wat ongemakkelijk voelt. Maar hé, alles voor de veiligheid. Eenmaal door de draaideuren worden de lachen uitbundiger, de grappen harder.[5]
Gangbaarheid
- Het woord lachen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lachen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 lachen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "lachen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), , p. 13
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron
Eva Oude Elferink“Duivelshoorntjes, maar geen gevaar te bekennen op Sensation” (3 juli 2016) op nrc.nl - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Middelnederlands
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord | |
enkelvoud | meervoud | ||
lachen | loech, loegh | loechen, loeghen | ghelachen |
klasse 6 | volledig |
Werkwoord
lachen
- lachen
- «d'Eerste-mael heb ick ghelachen, Om dat ghy-lieden de Doodt vreest.»
- De eerste maal heb ik gelachen, omdat jullie de dood vrezen.[1]
- «d'Eerste-mael heb ick ghelachen, Om dat ghy-lieden de Doodt vreest.»
- (~1616)
- Hy maeckt’ een aerdigh dier/ hy ded’ een dier voortcommen/
- Een dier een lieflijck dier/ dat wij een Meijsken nommen.
- Maer als hijt hadt volmackt: hij sach zijn maecksel aen/
- Hy sach het loech hem toe/ hy sach het voor hem staen/[2]
Verwijzingen
- ↑ A. Duircants, Doodt-vvoelende hyena, medebrengende 1. Doodt-schrick, 2. Doodt-troost, 3 ..., 1634, p. 24
- ↑ Theocritus à Ganda 1616. Aen de Joncvrouwen van Hollandt
Duits
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lachen |
lachte |
(hat) gelacht |
zwak | volledig |
Werkwoord
lachen
- lachen
- «Man kann damit lachen.»
- Men kan erom lachen.
- «Man kann damit lachen.»
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Gemengd werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Dierengeluid in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Middelnederlands
- Woorden in het Middelnederlands van lengte 6
- Sterk werkwoord klasse 6 in het Middelnederlands
- Werkwoord in het Middelnederlands
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 6
- Zwak werkwoord in het Duits
- Werkwoord in het Duits