amicus

Uit WikiWoordenboek

Latijn

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van amare (beminnen, houden van) met het achtervoegsel -icus.

Bijvoeglijk naamwoord

amī́cus

  1. bevriend
  2. vriendelijk
Verbuiging

Zelfstandig naamwoord

amī́cus m

  1. vriend
Verbuiging
Verwante begrippen
Overerving en ontlening