á

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Aa, à, ä, å, â, ā, æ, ǽ, ǣ, А, а, Α, α, ɑ, @

Universeel taalgebruik

Letter

á

  1. diakritische uitbreiding van de eerste letter van het Latijnse alfabet (a) met een accent aigu.
Verwante begrippen
Opmerkingen
  1. Het teken wordt in het Nederlands alleen gebruikt om ongewone accentuering weer te geven: Kijk dáár!
  2. In het Iers en Tsjechisch drukt het de lange klinker a uit.
  3. In de pinyin-transcriptie van het Chinees geeft het de tweede (rijzende) toon aan.



IJslands

Uitspraak

Bijwoord

á

  1. op

Voorzetsel

á

  1. door, in, met, met een snelheid van, naar, om, per, van

Werkwoord

á

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van eiga

á

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van eiga
Klasse f1
sterk
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   á     áin     ár     árnar  
genitief   ár     árinnar     áa     ánna  
datief   á     ánni     ám     ánum  
accusatief   á     ána     ár     árnar  

Zelfstandig naamwoord

á, v

  1. beek,rivier, stroom, waterloop, watering, waterstroom, wetering
  2. binnenwater, laak
  3. lee, vloed

Zelfstandig naamwoord

á

  1. datief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van á

á

  1. accusatief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van á

Zelfstandig naamwoord

Klasse n
sterk
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   á     áið     á     áin  
genitief   ás     ásins     áa     áanna  
datief   ái     áinu     áum     áunum  
accusatief   á     áið     á     áin  

á, o

  1. (taalkunde) de tweede letter in het IJslandse alfabet, klinker
Schrijfwijzen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

á, v

Zelfstandig naamwoord

á

  1. accusatief onbepaald onzijdig enkelvoud van á

á

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van á

á

  1. accusatief onbepaald onzijdig meervoud van á

Zelfstandig naamwoord

á

  1. datief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van ær

á

  1. accusatief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van ær


Oudnoords

Uitspraak
Woordafbreking
  • á

Bijwoord

á

  1. altijd, immer

Voorzetsel

á

  1. aan, in, op

Tussenwerpsel

á

  1. au
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   á                    
genitief                        
datief                        
accusatief                        

Zelfstandig naamwoord

á, v

  1. á
  2. rivier
  3. moederschaap, ooi

Zelfstandig naamwoord

á, v

  1. (taalkunde) de eerste letter van het Oudnoorse alfabet met een accent aigu, klinker
Schrijfwijzen
Hyperoniemen
Verwante begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • á

Zelfstandig naamwoord

á o

  1. aa; de naam van het geluid en letter A
Verbuiging
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden

Tussenwerpsel

á

  1. ; een uitdrukking van verrassing
    «Á, tady se schovává!»
    , hier zijn ze verstopt!
  2. aha; een uitdrukking van begrip
    «Á, teď tomu rozumím!»
    Aha, nu begrijp ik het!
Synoniemen
  1. vida, hle, vida, hle
  2. aha, ahá

Verwijzingen