watering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van wateren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | watering | wateringen |
verkleinwoord | wateringetje | wateringetjes |
Zelfstandig naamwoord
de watering v
- wetering
- (in België) openbaar bestuur dat buiten de polderzones zorgt voor de waterhuishouding.
Synoniemen
- [1] vloeiweide
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord watering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "watering" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Werkwoord
watering
- onvoltooid deelwoord van water
Zelfstandig naamwoord
watering
- gerundium van water
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 77 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 8
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoordsvorm in het Engels