vijl
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vijl
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vijl | vijlen |
verkleinwoord | vijltje | vijltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) een werktuig met een ruw, gegroefd of gekerfd oppervlak dat het mogelijk maakt dunne lagen van een voorwerp te verwijderen
- Je kunt dit gemakkelijk met een vijl passend maken.
Gelijkklinkende woorden
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een werktuig met een ruw, gegroefd of gekerfd oppervlak dat het mogelijk maakt dunne lagen van een voorwerp te verwijderen
stellend | |
---|---|
onverbogen | vijl |
verbogen | vijle |
Bijvoeglijk naamwoord
vijl
- (verouderd) gemeen, boosaardig
- Met al zijn vijle trawanten sloeg hij genadeloos toe.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vijlen |
vijl
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijlen
- Ik vijl.
- gebiedende wijs van vijlen
- Vijl!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijlen
- Vijl je?
Gangbaarheid
- Het woord vijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vijl" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "vijl" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vijl op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %