rusting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rus·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van rusten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rusting | rustingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de rusting v
- (militair), (verouderd) het geheel van de voor een taak benodigde bewapening, gereedschappen en hulpmiddelen, voor een persoon, voer- of vaartuig
- Een ridder in volle rusting .
- (techniek), (verouderd) een onderdeel van een meubel, machine of voertuig, waarop iets kan steunen
Synoniemen
- [1] uitrusting, toerusting
- [2] steun
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- [1] bewapening, expeditie, harnas, leger, pantser, rederij,schip, uniform, veldtocht
- [2] draaibank, leunspaan, rust, voetrust
Vertalingen
1. benodigdheden voor een taak
Gangbaarheid
- Het woord rusting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rusting" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 43 %
- Prevalentie Vlaanderen 41 %