positief
Uiterlijk
- po·si·tief
- via Middelnederlands positijf en Frans positif bn van Latijn positivus, in de betekenis van ‘stellig’ voor het eerst aangetroffen in 1663 [1] [2] [3] [4] [5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | positief | positieven |
verkleinwoord | positiefje | positiefjes |
positief
- m (taalkunde) de stellende trap.
- o (fotografie) afdruk die, wat betreft licht en donker, overeenkomt met de werkelijkheid
- (muziek) deel van een orgel, bestaande uit een aantal bijeenbehorende pijpen (zie b.v. rugpositief)
- bij je positieven zijn
helder en dus niet bewusteloos zijn
- • De vreugde op de Nederlandse bank was uitzinnig. Waar iedereen sprong, bleef coach Ilse DeLange met de handen voor haar ogen zitten. Ongeloof won het nog van de vreugde. Laurence was al snel weer bij zijn positieven en nam de trofee in ontvangst met de woorden: ‘To Music first. Always.’ [10]
- [1] comparatief, superlatief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | positief | positiever | positiefst |
verbogen | positieve | positievere | positiefste |
partitief | positiefs | positievers | - |
positief
- welwillend, gunstig
- wij staan positief tegenover uw voorstel
- ▸ Dit alles zou ik geneigd zijn positief te beoordelen. Daar staat echter tegenover dat deze vaas met plastic bloemen reden geeft tot zorgen met betrekking tot de affiniteit die de nieuwe eigenaar heeft met onze tradities. Maar ik wil u niet met mijn bekommeringen vervelen. We zijn er. Dit is kamer 17, de suite die ik voor u op orde heb laten brengen.[11]
- ▸ Maar de opwinding was niet alleen maar positief.[12]
- stellig, zeker
- bevestigend
- de zin 'Zij beantwoordde mijn vraag in positieve zin' betekent dus : 'ze zei ja'.
- (medisch) aanwezig
- (wiskunde) groter dan nul
- (elektrotechniek) met de eigenschap van de pool van een spanningsbron waar de elektronen in verdwijnen (van buiten gezien)
- Het woord positief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "positief" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[13] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ positief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "positief" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ positief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ positief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia Stefan Raatgever 19 mei. 2019 Duncan doet waar Nederland na 44 jaar naar smachtte
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Fotografie in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Elektrotechniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %