milieu
Uiterlijk
- Geluid: milieu (hulp, bestand)
- IPA: / mɪlˈjø / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /mɪɫˈjø/
- (Limburg): /mi.li.ˈjøː/
- mi·li·eu
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘omgeving’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1888 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | milieu | milieus |
verkleinwoord | milieutje | milieutjes |
het milieu o
- (sociologie) de sociale omgeving (maatschappelijk, cultureel, religieus)
- In dat milieu zou ik het niet volhouden, ik kan die mensen niet uitstaan!
- ▸ Oorlogswinter speelt zich af in het gebied van zijn jeugd, de noordkant van de Veluwe. Terlouw groeide daar als zoon van een predikant op in een zwaar calvinistisch milieu. Hij schetste de bezetting als een tijd van lijden en onrecht, waarin goed en fout niet altijd helder te onderscheiden waren, maar waarin wel morele keuzes moesten worden gemaakt.[2]
- (biologie) de wereldwijde natuurlijke omgeving
- De uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen is slecht voor het milieu.
- leefomgeving van de mens
- ▸ "VU, hef niet je aardwetenschappen-afdeling op!", schrijft hoofdgeoloog van de Geologische Dienst Nederland, Michiel van der Meulen van TNO, in een oproep op LinkedIn. "Als ze dit besluit doorzetten, keren ze hun rug naar de samenleving en de toekomst", gaat hij verder. "Of het nou voor een beter milieu is, meer welvaart of grotere autonomie - voor Nederland, Europa of de wereld: aardwetenschappers leveren een essentiële bijdrage."[3]
|
1. de sociale omgeving
- Het woord milieu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "milieu" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "milieu" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Dik Verkuil“Het vertrouwen van Jan Terlouw was zijn kracht en zijn zwakte” (16 mei 2025), NOS - ↑
Weblink bron
Sven Schaap“Werkveld luidt noodklok op actiedag tegen verdwijnen aardwetenschappen VU” (6 mei 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
milieu m
- midden
- gemiddelde
- omgeving, leefomgeving, milieu
- crimineel milieu, onderwereld
- IPA: /mɪlɪjɛː/
- mi·lieu
- Leenwoord uit het Frans
milieu o
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | milieu | milieu |
genitief | milieu | milieu |
datief | milieu | milieu |
accusatief | milieu | milieu |
vocatief | milieu | milieu |
locatief | milieu | milieu |
instrumentalis | milieu | milieu |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sociologie in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onzijdig zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch