sociologie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sociologie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- so·cio·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sociologie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
sociologie v
- (wetenschap) de wetenschap die zich bezighoudt met de studie van de menselijke samenleving
- Hij heeft zijn studie sociologie vorige maand afgemaakt.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. wetenschap
Gangbaarheid
- Het woord sociologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sociologie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel socio- in het Nederlands
- Achtervoegsel -logie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Wetenschap in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %