milieuambtenaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·li·eu·amb·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van milieu en ambtenaar [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | milieuambtenaar | milieuambtenaars milieuambtenaren |
verkleinwoord | milieuambtenaartje | milieuambtenaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de milieuambtenaar m
- (beroep) ambtenaar die controle uitoefent op het handhaven van de milieuvoorschriften
- De belangrijke kanttekening dat het ondertekenen samengaat met het opstellen van een milieujaarprogramma en dat de gemeente op dat ogenblik nog steeds geen milieuambtenaar had die de ondertekening, het opstellen van het milieujaarprogramma en het opvolgen van de uitvoering ervan kon opvolgen.[2]
Vertalingen
1. ambtenaar die controle uitoefent op het handhaven van de milieuvoorschriften
Gangbaarheid
- Het woord milieuambtenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.