lis
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lis
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240.[1]
- Naast gewestelijk leus, luujsch, luisbloom; uit Middelnederlands lissc(h)e, lisch, lessc(h)e, lesch(e). Verwant met Nederduits Leesch ‘riet’, Luxemburgs Lëtsch ‘riet’ en Duits Liesch(e) ‘egelskop, lisdodde’.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lis | lissen |
verkleinwoord | lisje | lisjes |
Zelfstandig naamwoord
lis
- m en o: een plant uit het geslacht Iris.
- Er stonden lissen langs de kant van de sloot.
- v/m: een strik of lus gemaakt van een draad of touw.
Gangbaarheid
- Het woord lis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lis" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "lis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lis op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lis | liste |
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Nederlandse list
Zelfstandig naamwoord
lis
Latijn
Uitspraak
- IPA: /liːs/
Zelfstandig naamwoord
līs v
- twist, betwisting
- (juridisch) rechtsgeding, proces
- het voorwerp van de betwisting of het proces
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | līs | lītēs |
genitief | lītis | lītium |
datief | lītī | lītibus |
accusatief | lītem | lītēs |
vocatief | līs | lītēs |
ablatief | līte | lītibus |
Limburgs
Zelfstandig naamwoord
lis
Pools
Uitspraak
Woordafbreking
- lis
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *lisъ
Zelfstandig naamwoord
lis m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | lis | lisy |
genitief | lisa | lisów |
datief | lisowi | lisom |
accusatief | lisa | lisy |
instrumentalis | lisem | lisami |
locatief | lisie | lisach |
vocatief | lisie | lisy |
Verwante begrippen
Slowaaks
Woordafbreking
- lis
Zelfstandig naamwoord
lis m
Verwante begrippen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /lɪs/
Woordafbreking
- lis
Zelfstandig naamwoord
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | lis | lisy |
genitief | lisu | lisů |
datief | lisu | lisům |
accusatief | lis | lisy |
vocatief | lise | lisy |
locatief | lisu / lise | lisech |
instrumentalis | lisem | lisy |
Synoniemen
Gelijkklinkende woorden
Verwante begrippen
Anagrammen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 75 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Latijn
- Woorden in het Latijn met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Juridisch in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord van de 3de verbuiging in het Latijn
- Woorden in het Limburgs
- Zelfstandig naamwoord in het Limburgs
- Plantkunde in het Limburgs
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Woorden in het Pools met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Roofdieren in het Pools
- Zoogdieren in het Pools
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Verouderd in het Tsjechisch