Naar inhoud springen

kunde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Frank C. Müller (overleg | bijdragen) op 7 nov 2019 om 19:06 (+ trad de.)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kun·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunde -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

kunde v

  1. (verouderd) bekendheid met, kennis van zaken (nu vooral gangbaar als rechterdeel van samenstellingen die een gebied van studie of wetenschappelijke discipline aangeven)
  2. bekwaamheid in een vak, wetenschap of in algemene zin
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen


Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen