heelkunde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heel·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heelkunde -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de heelkundev

  1. (medisch) de tak van de geneeskunde die met operatie probeert te genezen
    • De heelkunde maakt momenteel een grote ontwikkeling door. 
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be