Naar inhoud springen

karakter

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 2 feb 2020 om 12:40 (Versie 4025179 van Kvdrgeus (overleg) ongedaan gemaakt)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·rak·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aard, kenmerk’ voor het eerst aangetroffen in 1764 [1]
  • Van Grieks charaktèr (stempel als stempelresultaat, kenmerk). Van Grieks charassein (inkrassen). Van charax (paal). [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord karakter karakters
verkleinwoord karaktertje karaktertjes

Zelfstandig naamwoord

karakter o

  1. aard, geaardheid, inborst, natuur, wezen
    • Hij is erg zacht van karakter. 
    • Albert Maillard. Hij was een slanke jongen met een enigszins traag, bescheiden karakter. [3] 
  2. een glief zoals een letter, figuur, symbool
    • Er stond een karakter verkeerd, maar de tekst was nog goed te lezen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord karakter karakters


Woordafbreking
  • ka·rak·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit het Nederlands

Zelfstandig naamwoord

karakter

  1. karakter
Synoniemen

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /karaktɛr/
Woordafbreking
  • ka·rak·ter
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

karakter monbezield

  1. (verouderd) karakter
Verbuiging
Schrijfwijzen

Meer informatie

Verwijzingen


Wymysoojs

Zelfstandig naamwoord

karakter

  1. karakter