Naar inhoud springen

jen

Uit WikiWoordenboek
  • jen
vervoeging van
jennen

jen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jennen
    • Ik jen. 
  2. gebiedende wijs van jennen
    • Jen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jennen
    • Jen je? 
54 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • Afgeleid van het Japanse (en)

jen

  1. (valutanaam) yen; munteenheid officieel bekend als Japanse yen en die alleen daarom uniek naar Japan verwijst omdat de naam 'yen' bij geen enkele andere valuta in de wereld gebruikt wordt


  • Afgeleid van het Japanse (en)

jen

  1. (valutanaam) yen; munteenheid officieel bekend als Japanse yen en die alleen daarom uniek naar Japan verwijst omdat de naam 'yen' bij geen enkele andere valuta in de wereld gebruikt wordt


  • jen

jen

  1. hem; 3e persoon accusatief enkelvoud van wón


  • jen
  • Afgeleid van het Oudfriese ēn

jen

  1. een, één; de inhoud van de kleinste niet-lege verzameling, het kleinste getal van de verzameling ; komt na nul en vóór twee, in Arabische cijfers 1, in Romeinse cijfers I


  • jen
  • Afgeleid van het Japanse (en)

jen m

  1. (valutanaam) yen; munteenheid officieel bekend als Japanse yen en die alleen daarom uniek naar Japan verwijst omdat de naam 'yen' bij geen enkele andere valuta in de wereld gebruikt wordt


  • jen
  • Afgeleid van het Japanse (en)

jen m

  1. (valutanaam) yen; munteenheid officieel bekend als Japanse yen en die alleen daarom uniek naar Japan verwijst omdat de naam 'yen' bij geen enkele andere valuta in de wereld gebruikt wordt


  • jen
  • Afgeleid van het Japanse (en)

jen monbezield

  1. (valutanaam) yen; munteenheid officieel bekend als Japanse yen en die alleen daarom uniek naar Japan verwijst omdat de naam 'yen' bij geen enkele andere valuta in de wereld gebruikt wordt
    «V roce 1871 byl hrad Himedži prodán v aukci, konečná cena byla 23 jenů a 50 senů.»
    In 1871 werd het kasteel Himedži verkocht in veiling, de uiteindelijke prijs was 23 yen en 50 sen.
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *jenъ

jen

  1. alleen, slechts
    «Stojí to jen 50 Kč.»
    Dat kost slechts 50 kronen.

jen

  1. amper, nauwelijks
    «Jen co přišel, už povídal.»
    Hij was nauwelijks aangekomen en hij praatte al.


jen

  1. (landbouw) ploegen