jennen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jen·nen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘plagen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1937 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
jennen |
jende |
gejend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
jennen
- overgankelijk pesten, uitdagen
- Hou eens op je broertje te jennen.
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord jennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "jennen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %