akkoord

Uit WikiWoordenboek
Een korte en een uitgewerkte notatie van een 'gebroken C-majeurakkoord'

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ak·koord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord akkoord akkoorden
verkleinwoord akkoordje akkoordjes

Zelfstandig naamwoord

het akkoordo

  1. overeenkomst
    • Na lang onderhandelen was er eindelijk een akkoord bereikt. 
  2. (muziek) samenklank van minimaal 3 verschillende tonen
    • De muzikant sloeg een akkoord aan op de piano. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1] een akkoord bereiken
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2] een gebroken akkoord
    een akkoord waarvan de tonen kort na elkaar beginnen of eindigen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stellend
onverbogen akkoord
verbogen -
  1. in orde, in een toestand waarin overeenstemming bestaat
    • Haar voorstel is helemaal akkoord. 
Typische woordcombinaties
  • akkoord gaan met
  • akkoord zijn met

Bijvoeglijk naamwoord

Tussenwerpsel

akkoord!

  1. daar ben ik het mee eens
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen