interim-akkoord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·te·rim-ak·koord
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van interim en akkoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interim-akkoord | interim-akkoorden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het interim-akkoord o
- tussentijds akkoord
Gangbaarheid
- Het woord interim-akkoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.