werkgelegenheidsakkoord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·ge·le·gen·heids·ak·koord
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van werkgelegenheid en akkoord met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkgelegenheidsakkoord | werkgelegenheidsakkoorden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het werkgelegenheidsakkoord o
- (economie) akkoord ten aanzien van de werkgelegenheid
- Dit is de kern van een werkgelegenheidsakkoord dat vakbonden, werkgevers en kabinet met elkaar hebben gesloten.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'werkgelegenheidsakkoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Deeltijd-WW per 1 april, Het Parool, 26 maart 2009