zwak
Uiterlijk
- zwak
- In de betekenis van ‘krachteloos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
- Middelnederlands: zwac
- Verwant in Germaans:
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zwak | zwakker | zwakst |
verbogen | zwakke | zwakkere | zwakste |
partitief | zwaks | zwakkers | - |
zwak
- tekortkomend in kracht of vaardigheid
- (taalkunde) (Germaanse werkwoorden) een verleden tijd vormend met een dentaal achtervoegsel
- Reizen-reisde-gereisd is een zwak werkwoord, rijzen-rees-gerezen een sterk.
- (taalkunde) (Germaanse naamwoorden) een stelsel buigingsuitgangen vertonend die op -n gebaseerd zijn
- Des hertogen is een zwakke genitief, des konings een sterke.
- zwak moment
keer dat je wat toegeeft wat je eigenlijk niet zou willen toegeven
- ∗ Wanneer je waagt dat te betwijfelen, maar je je uiteindelijk laat meeslepen omdat je op een zwak moment denkt dat er misschien toch wat in zit, trek je een kaart van een muts met een mot in haar snavel.[3]
- ∗ Maar als je in staat bent om een familie uit elkaar te trekkenm wat ben je dan voor mens?' Ik begon te ratelen: 'Wanneer je een ander' op een zwak moment grijpt, als een roofdier dat een muisje vangt en verzwelgt, om het na afloop van de daad half verteerd uit te kotsen en de restanten achter te laten op je bed vol rozen?' Bibi knipperde verward.[3]
- zwakalcoholisch, zwakbegaafd, zwakheid, zwakhoofd, zwakkelijk, zwakkeling, zwakstroom, zwakte, zwakzinnig
1.
- zwak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwak | zwakken |
verkleinwoord | zwakje | zwakjes |
het zwak o
- een zwakke plek, neiging tot
- Hij heeft een zwak voor snelle auto's.
- Het woord zwak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "zwak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zwak op website: Etymologiebank.nl
- 1 2 3 Marion Pauw e.a.“4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jessie Burton vert. Marja Borg“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vorm met lidwoord | |
---|---|
enk | zwak ji |
mv | zwák ji |
zwak
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Erfwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Tyap
- Woorden in het Tyap met audioweergave
- Woorden in het Tyap met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tyap
- Reptielen in het Tyap
- Dieren in het Tyap