vaardigheid
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vaardigheid (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈvaːrdəxɦɛːɪt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈvaːrdəxɦɛːt/
Woordafbreking
- vaar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaardigheid | vaardigheden |
verkleinwoord | vaardigheidje | vaardigheidjes |
Zelfstandig naamwoord
vaardigheid v
- het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem juist op te lossen
- Zij heeft de vaardigheid goed met kinderen om te kunnen gaan.
- ▸ Het draait niet alleen maar om praktische vaardigheden.[1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
- basisvaardigheid, fietsvaardigheid, leesvaardigheid, luistervaardigheid, rijvaardigheid, schrijfvaardigheid, spreekvaardigheid, uitdrukkingsvaardigheid, vingervaardigheid
Vertalingen
1. het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem juist op te lossen
Gangbaarheid
- Het woord vaardigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vaardigheid" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -heid in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %