Naar inhoud springen

takelage

Uit WikiWoordenboek
  • ta·ke·la·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord takelage -
verkleinwoord - -

de takelagev

  1. (scheepvaart), (verouderd) de masten en hun verstaging (het zg. staande want) van een traditioneel zeilschip.
    • Van de takelage stond alleen nog den bezaans- en voorondermast.[2] 
  2. (techniek) het ophijsen van lasten met behulp van een takel of kraan
    • Over de kosten van de takelage moet nog worden onderhandeld. 
17 % van de Nederlanders;
15 % van de Vlamingen.[3]
  1. takelage op website: Etymologiebank.nl
  2. Rotterdams Nieuwsblad 7-7-1896
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be