strekking
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- strek·king
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van strekken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strekking | strekkingen |
verkleinwoord | strekkinkje | strekkinkjes |
Zelfstandig naamwoord
strekking v
- het gebied waarover het zich uitstrekt, betekenis, teneur.
- de bedoeling, het doel
- beloop, richting
- (geologie) richting van een geologische laag zijnde de hoek tussen het noorden en de snijlijn met het horizontale vlak
Verwante begrippen
- doel, intentie, moraal, neiging, plan, stemming, stroming, tendens, tendentie, toeleg, trend, voornemen, zin
Vertalingen
2. bedoeling
Gangbaarheid
- Het woord strekking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "strekking" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be