sok
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- sok
Woordherkomst en -opbouw
- [A] Van het Middelnederlandse socke, "slof, muil". Verder te herleiden tot het Latijnse soccus en het Oudgriekse σύκχος. In de betekenis van ‘korte kous’ voor het eerst aangetroffen in 1805, waarschijnlijk onder invloed van het Duitse Socke. [1] [2] [3]
- [B] Waarschijnlijk via het Engelse socket te herleiden tot het Franse soc, "ploegschaar" en het Latijnse succos of soccosse. Mogelijk uiteindelijk van Keltische oorsprong. [4] [5]
[A]+[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | sok | sokken |
verkleinwoord | sokje | sokjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) kous die tot net boven de enkel komt
- Na alle ellende met de banken en zakkenvullerij had de oude man net als in de crisistijd zijn geld maar weer in een ouwe sok onder het bed gestopt.
- ▸ Om te voorkomen dat ik blaren zou krijgen had ik een dubbele laag sokken aangedaan (Darn Tough en Injinji teensokken).[6]
- (dierkunde) bij viervoeters het anders gekleurde, onderste deel van de poot
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
- De sokken zetten
Weglopen
- Op zijn sokken winnen
Winnen zonder enige moeite te hoeven doen
- Een beer op sokken
Een groot en plomp iemand
- Een held op sokken
Een lafbek
- Van de sokken gaan
Tegen de grond gaan, flauwvallen, omvallen etc.
Vertalingen
1. kous die tot net boven de enkel komt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Zelfstandig naamwoord
[B] sok m
- (techniek) verbindingsstuk dat over twee buizen geschoven wordt om ze te verbinden, mof [3]
- ▸ De rubberen sok verbindt de twee delen en wordt bij het ouder worden hard en zal gaan scheuren.[7]
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord sok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sok" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[8] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ sok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "sok" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ sok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
“Gebouwen en voorzieningen B Ongestoord verblijf”
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %